Ik heb er een broertje aan dood om lessen te móeten leren, zeker als spirituele deskundigen vinden dat dat van het universum moet. Ik kom pas in beweging als er urgentie is, maar die voel ik nu wel. Het opgeheven vingertje is uitgegroeid tot universele grootte. Vervelend voor mij, want ik word gedurende deze crisis flink bij de les gehaald. Daardoor worden al een aantal dingen duidelijk.
• We moeten het samen doen. Dus ja, daar hoor jij ook bij. We hebben je nodig. Niet vanuit het ‘moetisme’, maar vanuit je waarde als mens, je verlangens en je unieke kwaliteiten. Dan kun je iets moois bijdragen. En: dat waar je goed in bent doe je meestal graag. Het hoogste risico op zinvol plezier.
• Er is liefde zat. Die liefde heeft 1000 gezichten. Kijk maar eens om je heen in deze corona tijd. Hoe beter je kijkt, hoe meer je het gaat zien. En daarmee creëer je dan weer méér liefde en verbondenheid. Maar je moet het wel (h)erkennen. Als je het niet ziet dan is het zaak om een draaiing van 180 graden te maken. Als je de schoonheid van de ondergaande zon wilt beleven dan is het van belang om niet jaar na jaar ’s avonds teleurgesteld en hardnekkig naar het oosten te blijven kijken.
• De angst is erger dan het gebeuren zelf. Cicero, een Griekse redenaar, zei al dat het niet de gebeurtenis zelf is die je in de war maakt, maar de manier waarop je er naar kijkt. Ik kan zien dat angst een gevolg is van een denkpatroon in het hier en nu, zoals het idee dat ik wel eens ziek zou kunnen worden van corona en dat ik aan de beademing moet, maar dat er dan net niet genoeg apparaten zijn. Ik projecteer mezelf dan in een verbeelde toekomst. Logisch dat ik daar dan bang van wordt, want de beelden die ik heb zijn niet zo fris. Daarmee lijd ik niet aan corona maar aan de angst er voor. Als ik kan zien dat ik dat in het hier en nu bij elkaar fantaseer dan zie ik ook dat ik hier en nu geen corona heb. Ik ben feitelijk bang voor een gedachte, een illusie. Daarbij is het belangrijk dat de onzekerheid en angst er helemaal mogen zijn. Dan kan het zich omzetten in een groeiende levendigheid, alertheid en creativiteit. Natuurlijk hou ik die 1,5 meter afstand. Ik vertrouw op God, maar zet wel mijn fiets op slot.
• De uitdaging is om weer alleen te durven zijn. De ‘social distance’ en isolatie maken dat je weer kunt gaan ontdekken wat er in je leeft. Als je jezelf niet meer kunt afleiden door met anderen en de buitenwereld bezig te zijn dan kan je aandacht naar binnen. Niet altijd even leuk, want je wordt met je snufferd op je eigen demonen gedrukt. Het grootste slagveld is dan niet de intensive care, maar het slagveld in jezelf. In jouw innerlijke ‘jihad’ ligt de grootste uitdaging, maar dan heb je ook wat. Er is daar veel winst in levensgeluk te behalen.
• Veel relaties zijn aan revisie toe. Als je als partners of gezin gedwongen op retraite bent in je eigen huis dan worden vaak pijnlijke patronen voelbaar die je voorheen nog uit de weg kon gaan. Ik vraag me af hoeveel relaties op scherp zijn komen te staan. Dat vraagt er om eerlijk te worden naar jezelf en de ander en eens een goed gesprek met elkaar te gaan hebben.
• Crisis maakt eerlijk en daagt uit tot onderzoek. Niet alleen de weeffouten in de maatschappij worden duidelijker, maar ook die in jezelf. Je neiging om jezelf eenzaam te maken, uit verbinding te gaan en onder een steen te gaan zitten, misbruik te maken van de situatie, geen rekening met de grenzen van anderen te houden, anderen of jezelf niet kunnen steunen, je klein en onbelangrijk maken, vinden dat je van alles moet en daardoor een hoop oordelen hebben over wat je dus allemaal niet goed doet. Vooral die laatste les wordt voor mij persoonlijk steeds duidelijker.
Stefan Schoenmacker